11. Waarom niet? Omdat ik u niet liefheb? God weet het.
12. Maar wat ik doe, zal ik blijven doen, om hun de gelegenheid af te snijden, die er een zoeken, zodat zij in hetgeen, waarin zij roemen, blijken te zijn zoals ook wij.
13. Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.
14. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.