2 Koningen 4:5-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Zij ging van hem weg, sloot de deur achter zich en haar zonen toe; dezen plaatsten steeds (de vaten) bij haar en zij goot steeds door.

6. Toen de vaten vol waren, zeide zij tot haar zoon: Breng mij nog een vat. Maar hij zeide tot haar: Er is geen vat meer. Toen hield de olie op te stromen.

7. Zij ging het de man Gods vertellen, en deze zeide: Ga heen, verkoop de olie en betaal uw schuld, en leef met uw zonen van het overige.

2 Koningen 4