17. De oudsten, die goede leiding geven, komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht.
18. Immers, de Schrift zegt: Gij zult een dorsende os niet muilbanden, en: De arbeider is zijn loon waard.
19. Gij moet geen klacht tegen een oudste aannemen, tenzij er twee of drie getuigen zijn.