1 Tessalonicenzen 3:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. en wij hebben Timoteüs, onze broeder, en een medewerker Gods in het evangelie van Christus, gezonden om u te versterken en u te vermanen inzake uw geloof,

3. dat niemand zou wankelen onder deze verdrukkingen. Gij weet immers zelf, dat wij daartoe bestemd zijn;

4. want ook toen wij bij u waren, zeiden wij u reeds, dat wij zouden verdrukt worden, zoals gij ook weet, dat geschied is.

5. Daarom kon ik het ook niet langer uithouden en zond hem om mij te vergewissen van uw geloof, of de verzoeker u misschien verzocht had en onze inspanning vruchteloos zou geworden zijn.

1 Tessalonicenzen 3