1 Samuël 30:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Hij bracht hem erheen, en zie, zij lagen verspreid over de gehele streek, etende, drinkende en feestvierende wegens heel die grote buit, die zij uit het land der Filistijnen en uit het land van Juda geroofd hadden.

17. David richtte een slachting onder hen aan, van de schemering af tot aan de avond van de volgende dag; en niemand van hen ontkwam, behalve vierhonderd jonge mannen, die op de kamelen wegreden en ontvluchtten.

18. David redde alles wat de Amalekieten geroofd hadden; ook zijn beide vrouwen bevrijdde hij.

19. Zij misten hoegenaamd niets, zonen noch dochters, noch iets van de buit, ja, niets van wat zij hun ontroofd hadden; alles bracht David terug.

20. Ook nam David al het kleinvee en de runderen in bezit; men dreef die vóór de have uit en zeide: Dit is Davids buit.

1 Samuël 30