1 Samuël 21:11-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. De dienaren van Akis zeiden tot hem: Is dit niet David, de koning van het land? Hebben zij niet van hem bij de reidans een beurtzang gezongen: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden?

12. David sloeg acht op deze woorden en werd zeer bevreesd voor Akis, de koning van Gat.

13. Daarom stelde hij zich in hun tegenwoordigheid aan als een waanzinnige en gedroeg zich bij hen als een razende; hij bekrabbelde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen.

14. Toen zeide Akis tot zijn dienaren: Zie, gij merkt toch, dat de man krankzinnig is?

1 Samuël 21