34. Dit waren de familiehoofden der Levieten, krachtens hun afkomst hoofden. Dezen woonden te Jeruzalem.
35. Te Gibeon woonden: de vader van Gibeon, Jeïel, – de naam van zijn vrouw was Maäka –
36. en zijn eerstgeboren zoon Abdon; voorts Sur, Kis, Baäl, Ner, Nadab,
37. Gedor, Achio, Zekarja en Miklot.
38. Miklot verwekte Simam; ook zij gingen, van hun overige broeders gescheiden, bij hun broeders in Jeruzalem wonen.
39. Ner verwekte Kis; Kis verwekte Saul; Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaäl.