4. Abisua, Naäman, Achoach,
5. Gera, Sefufan, en Churam.
6. Dit waren de zonen van Echud – dezen waren familiehoofden van de inwoners van Geba, die men wegvoerde naar Manachat:
7. Naäman, Achia en Gera voerde men weg – hij dan verwekte Uzza en Achichud.
8. En Sacharaïm kreeg kinderen in het veld van Moab, nadat hij zijn vrouwen Chusim en Baära had weggezonden;