1 Kronieken 5:19-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Dezen voerden oorlog met de Hagrieten en met Jetur, Nafis en Nodab;

20. zij werden in de strijd tegen hen geholpen, zodat de Hagrieten met allen die bij hen waren, in hun handen vielen; want zij riepen in de strijd tot God en Hij liet Zich door hen verbidden, omdat zij op Hem hadden vertrouwd.

21. Zij voerden hun kudden weg: vijftigduizend kamelen, tweehonderdvijftigduizend schapen, tweeduizend ezels, benevens honderdduizend mensen –

22. want er waren vele doden gevallen, omdat het een strijd was van Godswege; – en zij woonden in hun plaats tot aan de ballingschap.

23. De zonen van de halve stam Manasse woonden in dat land; talrijk waren zij van Basan af tot Baäl-Hermon, Senir en het gebergte Hermon toe.

24. En dit waren hun familiehoofden: Efer, Jisi, Eliël, Azriël, Jirmeja, Hodawja en Jachdiël, dappere helden, mannen van naam, hoofden van hun families.

1 Kronieken 5