1 Kronieken 26:24-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. was Sebuël, de zoon van Gersom, de zoon van Mozes, vorst over de schatten.

25. Zijn verwanten in de lijn van Eliëzer waren: diens zoon Rechabja, diens zoon Jesaja, diens zoon Joram, diens zoon Zikri en diens zoon Selomit –

26. deze Selomit en zijn broeders hadden het opzicht over alle schatten van de geheiligde voorwerpen, die koning David en de familiehoofden, de oversten over duizend en honderd en de legeroversten, hadden geheiligd.

27. Uit de oorlogsbuit hadden zij ze geheiligd, tot verrijking van het huis des Heren.

1 Kronieken 26