1 Kronieken 26:10-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Van Chosa, uit de zonen van Merari, de zonen: Simri het hoofd – al was hij niet de eerstgeborene, zijn vader had hem tot hoofd gemaakt –,

11. Chilkia de tweede, Tebaljahu de derde, Zekarja de vierde; de zonen en broeders van Chosa waren tezamen dertien.

12. Deze afdelingen der poortwachters, naar de groepshoofden ingedeeld, hadden evenals hun broeders tot taak te dienen in het huis des Heren.

1 Kronieken 26