1 Kronieken 23:15-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. De zonen van Mozes waren: Gersom en Eliëzer;

16. de zonen van Gersom: Sebuël, het hoofd.

17. De zonen van Eliëzer: Rechabja, het hoofd; en andere zonen had Eliëzer niet, maar de zonen van Rechabja waren buitengewoon talrijk.

18. De zonen van Jishar waren: Selomit, het hoofd;

19. de zonen van Chebron: Jeria, het hoofd; Amarja, de tweede; Jachaziël, de derde; Jekamam, de vierde.

20. De zonen van Uzziël: Micha, het hoofd, en Jissia, de tweede.

21. De zonen van Merari waren: Machli en Musi; de zonen van Machli: Elazar en Kis.

22. Toen Elazar stierf, had hij geen zonen, maar alleen dochters; de zonen van Kis, haar neven, namen ze tot vrouw.

1 Kronieken 23