1 Kronieken 17:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Nadat David in zijn paleis was gaan wonen, zeide hij tot de profeet Natan: Zie, ik woon in een cederen paleis, terwijl de ark van het verbond des Heren onder tentkleden staat.

2. Toen zeide Natan tot David: Doe alwat in uw hart is, want God is met u.

3. Maar in die nacht kwam het woord Gods tot Natan:

4. Ga, spreek tot mijn knecht David: Zo zegt de Here: Niet gij zult Mij een huis bouwen om in te wonen,

1 Kronieken 17