21. Toen naderde Elia tot het gehele volk en zeide: Hoelang zult gij aan beide zijden mank gaan? Indien de Here God is, volgt Hem na; maar indien het de Baäl is, volgt hem na. Doch het volk antwoordde hem niets.
22. Voorts zeide Elia tot het volk: Ik ben als profeet des Heren alléén overgebleven, en de profeten van de Baäl zijn vierhonderd vijftig man.
23. Laat men ons nu twee stieren geven; laten zij voor zich de ene stier uitkiezen, die aan stukken houwen en op het hout leggen, maar geen vuur daarbij aanbrengen; dan zal ik de andere stier bereiden, op het hout leggen, en ook geen vuur daarbij aanbrengen.