6. Mijn tegenstanders roddelen over mij en zeggen:‘Wanneer denk je dat hij sterft?Eindelijk is hij dan verdwenen.’
7. Wanneer iemand mij opzoekt,spreekt hij met gladde tong.In zijn hart haat hij mijen zodra hij weer weg is,vertelt hij links en rechts leugens.
8. Zij die mij haten,steken hun hoofden bij elkaaren fluisteren over mij:
9. ‘Heb je het al gehoord?Hij heeft een dodelijke ziekte.Hij zal nooit meer van zijn ziekbed afkomen.’