1. Terwijl Israël op de vlakte van Moab aan de Jordaan tegenover Jericho verbleef, zei de Here tegen Mozes:
2. ‘Zeg de Israëlieten dat zij de Levieten als hun erfdeel bepaalde steden en weidegrond daar omheen moeten geven.
13-14. Drie van dergelijke steden moeten in Kanaän liggen, de andere drie aan de oostzijde van de Jordaan.