2. ‘Tel alle Israëlitische mannen van twintig jaar en ouder, om te zien hoeveel mannen van elke stam en familie in een oorlog kunnen meevechten.’
19-22. De stam van Juda: 76.500 mannen.Tot deze stam behoorden de volgende families die de namen van de zonen van Juda droegen. Juda's zonen Er en Onan zijn hier niet bij, zij stierven in Kanaän. De Selanieten, genoemd naar hun voorvader Sela. De Parsieten, genoemd naar hun voorvader Peres. De Zarchieten, genoemd naar hun voorvader Zerach. Deze telling omvatte ook twee families die voortkwamen uit Peres: de Chesronieten, genoemd naar hun voorvader Chesron. De Chamulieten, genoemd naar hun voorvader Chamul.
23-25. De stam van Issachar: 64.300 mannen.Tot deze stam behoorden de volgende families met de namen van Issachars zonen: de Tolaïeten, genoemd naar hun voorvader Tola. De Punieten, genoemd naar hun voorvader Puwwa. De Jasubieten, genoemd naar hun voorvader Jasub. De Simronieten, genoemd naar hun voorvader Simron.
26-27. De stam van Zebulon: 60.500 mannen.Tot deze stam behoorden de volgende families die de naam van een van de zonen van Zebulon droegen: de Sardieten, genoemd naar hun voorvader Sered. De Elonieten, genoemd naar hun voorvader Elon. De Jachleëlieten, genoemd naar hun voorvader Jachleël.