9. Als uw zoon u om een brood vraagt, geeft u hem dan een steen?
10. En als hij u om een vis vraagt, geeft u hem dan een slang?
11. Natuurlijk niet! Al bent u slecht, u geeft uw kinderen wat goed is. Hoeveel te meer zal uw hemelse Vader het goede geven aan wie Hem erom vragen.
12. Behandel anderen zoals u wilt dat zij u behandelen. Dat is in het kort wat Mozes en de profeten hebben gezegd.
13. Ga door de smalle poort het Koninkrijk van de hemelen binnen. De weg naar de vernietiging is breed en komt uit bij een wijde poort. En wat gaan daar veel mensen door!
14. Maar de poort naar het leven is nauw. En de weg erheen smal. Weinig mensen vinden hem.