Mattheüs 25:43-46 Het Boek (HTB)

43. Ik was een vreemdeling en u wilde Mij niet in huis opnemen. Ik had niets om aan te trekken en u wilde Mij geen kleren geven. Ik was ziek en u wilde Mij niet opzoeken. Ik zat in de gevangenis en u hebt Mij aan mijn lot overgelaten.”

44. Dan zullen zij vragen: “Maar Here, wanneer hebben wij dan gezien dat U honger had of dorst? Of dat U een vreemdeling was? Of dat U niets had om aan te trekken? Of dat U ziek was of in de gevangenis zat? Wanneer hebben wij U niet geholpen?”

45. Ik zal hun antwoorden: “Toen u de minste van mijn broeders niet wilde helpen, wilde u Mij niet helpen.”

46. Die mensen zullen eeuwig gestraft worden. Maar de goede en eerlijke mensen zullen eeuwig leven.’

Mattheüs 25