23. Toen iedereen weg was, ging Hij alleen de berg op om te bidden.
24. Het werd donker en de leerlingen waren al ver op het meer. Zij kwamen niet erg vooruit door de harde tegenwind en de hoge golven.
25. Tegen het eind van de nacht liep Jezus over het water naar hen toe.
26. Zij schreeuwden van angst en dachten dat het een spook was.
27. Hij stelde hen gerust. ‘Wees maar niet bang, Ik ben het.’
28. Petrus riep: ‘Here, als U het werkelijk bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen!’
29. ‘Kom maar!’ riep Jezus.