36. Zij werden bang. Degenen die het hadden zien gebeuren, vertelden hoe de man was genezen.
37. De mensen vroegen Jezus weg te gaan en hen met rust te laten. Dus ging Hij weer in de boot en voer terug naar de overkant van het meer.
38. De man uit wie de boze geesten waren weggegaan, smeekte of hij mee mocht. Maar Jezus wilde dat niet.
39. ‘Ga naar uw familie,’ zei Hij, ‘en vertel hun wat God voor u heeft gedaan.’ De man ging overal in de stad vertellen wat Jezus voor hem had gedaan.
40. Aan de overkant van het meer ontvingen de mensen Hem met open armen. Zij hadden op Hem gewacht.