15. En als iemand, Israëliet of buitenlander, eet van het lichaam van een dier dat is gestorven of door een wild dier is verscheurd, moet hij zijn kleren wassen en zich baden en hij zal onrein zijn tot de avond, daarna is hij weer rein.
16. Maar als hij zijn kleren niet wast en zich niet baadt, zal hij zelf de gevolgen van zijn zonde dragen.’