57. Ja, U kwam toen ik vertwijfeld schreeuwde en U zei mij dat ik niet bang hoefde te zijn.
58. Here, U bent mijn raadsman! Verdedig mijn zaak! Want U hebt mijn leven verlost.
59. U hebt gezien wat een onrecht zij mij aandeden, wees mijn rechter om mijn gelijk te bewijzen.