44. U hebt Uzelf met een wolk afgesloten, zodat onze gebeden U niet kunnen bereiken.
45. U hebt ons gemaakt als paria's en uitschot onder de volken.
46. Onze vijanden hebben dreigende taal tegen ons gesproken.
47. Wij zijn bang, want wij zitten in de val, verlaten en vernietigd zijn wij.