1. De leiders van de stam van Levi kwamen naar Silo voor overleg met de priester Eleazar, Jozua en de leiders van de andere stammen.
2. ‘De Here gaf Mozes opdracht de Levieten weidegrond te geven voor hun vee en steden om in te wonen,’ zeiden zij.
17-18. De stam van Benjamin gaf hun de volgende vier steden met de bijbehorende weidegrond: Gibeon, Geba, Anathoth en Almon.
19. Zo werden in totaal dertien steden aan de priesters, de nakomelingen van Aäron, overgedragen.
20-22. De andere families van de Kehatieten ontvingen vier steden met bijbehorende weidegrond van de stam van Efraïm: de vrijstad Sichem, Gezer, Kibzaïm en Bet-Horon.
23-24. De volgende vier steden met weidegronden werden gegeven door de stam van Dan: Elteké, Gibbethon, Ajalon en Gath-Rimmon.