42. Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden die wel geloofden dat Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de Farizeeën hen uit de synagoge zouden verjagen.
43. Zij vonden het belangrijker wat de mensen van hen zeiden, dan wat God van hen dacht.
44. ‘Wie op Mij vertrouwt,’ riep Jezus uit, ‘vertrouwt eigenlijk op Hem die Mij gestuurd heeft.
45. En wie Mij ziet, ziet Hem die Mij gestuurd heeft.
46. Ik ben als licht naar de wereld gekomen om ieder die op Mij vertrouwt uit het donker te halen.
47. Als iemand hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, zal Ik niet over hem oordelen. Ik ben niet gekomen om te oordelen over de wereld, maar om haar te redden.