Job 6:25-26-29 Het Boek (HTB)

3. dan zouden zij zwaarder blijken dan het zand van duizend stranden. Daarom sprak ik zo overhaast!

4. De Here heeft mij met zijn pijlen neergeschoten, zijn giftige pijlen zijn diep in mijn hart gedrongen. Al Gods rampen zijn op mij losgelaten!

25-26. Het is pijnlijk de waarheid te spreken, maar uw kritiek berust niet op feiten. Gaat u mij alleen veroordelen, omdat ik in een opwelling mijn wanhoop uitschreeuwde?

27. Dat zou lijken op dobbelen om een hulpeloze wees of het verkopen van een vriend.

28. Kijk naar mij! Zie ik eruit alsof ik u iets voorlieg?

29. Heb medelijden, wees niet onrechtvaardig. Denk er nog eens goed over na, want u mag mij geen onrecht aandoen.

Job 6