10. Hoewel zij brullen als jonge leeuwen, zullen zij worden gebroken en vernietigd.
11. De leeuw komt om door gebrek aan prooi en de welpen van de leeuwin worden verspreid en verdwalen.
12. Er werd mij in het geheim iets toevertrouwd, als het ware in mijn oor gefluisterd.
15. Een adem streek langs mijn gezicht, de wind deed mij huiveren.
16. Hij stond stil, maar ik kon hem niet goed zien en ik hoorde een gedempte stem zeggen:
17. “Is een gewone sterveling rechtvaardiger dan God? Reiner dan zijn Schepper?”