9. Toen kwam de wijnproever bij de farao en zei: ‘Nu herinner ik me mijn zonde!
10. Een tijd geleden vielen enkelen van ons in ongenade en u liet het hoofd van de bakkerij en mij opsluiten in de gevangenis van het hoofd van de lijfwacht.
11. Op een nacht hadden wij allebei een droom, maar allebei met een andere betekenis.
12. Wij vertelden die aan een jonge Hebreeuwse man, een slaaf van het hoofd van de lijfwacht, die daar werkte en hij heeft deze voor ons uitgelegd.
13. Alles wat hij zei, kwam uit: ik werd in mijn functie hersteld en de bakker werd ter dood gebracht en op een paal gespietst.’