1. Op een nacht, twee jaar later, droomde de farao dat hij aan de oever van de rivier de Nijl stond.
2. Plotseling zag hij zeven mooie, vette koeien uit de rivier komen, die op de oever begonnen te grazen.
3. Daarna kwamen nog zeven koeien uit de rivier, maar die waren zo mager dat je hun ribben kon tellen.