Genesis 16:1-4 Het Boek (HTB)

1. Maar Abram en Sarai kregen geen kinderen. Daarom gaf Sarai haar dienares, het Egyptische meisje Hagar, als tweede vrouw aan Abram.

2. ‘De Here heeft mij geen kinderen gegeven,’ zei Sarai, ‘neem daarom mijn dienares tot vrouw. Haar kinderen zullen dan de mijne zijn.’

3. Abram stemde in met Sarai's voorstel. Dit gebeurde tien jaar nadat Abram in Kanaän kwam.

4. Hij had gemeenschap met Hagar en zij raakte in verwachting. Toen ze dat merkte, nam zij echter een hooghartige houding aan tegenover haar meesteres Sarai.

15-16. Zo kreeg Abram een zoon van Hagar en hij noemde hem Ismaël. Abram was toen zesentachtig jaar oud.

Genesis 16