4-5. De oudste heette Ohola, haar zuster Oholiba. Ik heb het nu over Samaria en Jeruzalem! Ik trouwde met hen en zij gaven Mij zonen en dochters. Maar toen verkocht Ohola zich als prostituee aan anderen terwijl ze nog van Mij was en ze schonk haar liefde aan de Assyriërs, haar buren.
38. Op dezelfde dag dat zij mijn tempel verontreinigden en mijn sabbatten negeerden,
39. de dag dat zij hun kinderen vermoordden voor hun afgoden, op die dag hebben zij de tempel ontwijd. Zo weinig ontzag hebben zij voor Mij!
40. “U liet zelfs uit verre landen mannen met hun afgoden naar u toekomen om die te aanbidden. U verwelkomde hen zelfs! U baadde zich, beschilderde uw oogleden en droeg uw mooiste sieraden voor hen.
41. U zat op een pronkbed en legde mijn reukwerk en mijn olie op een tafel die voor u stond.
42. Vanuit uw huis kwamen de geluiden van een feestende menigte, van onbehoorlijke kerels en dronkaards uit de wildernis die banden om uw polsen deden en prachtige kronen op uw hoofd zetten.