1. Plotseling verscheen in de lucht een troon van blauw saffier boven de hoofden van de cherubs.
2. De Here richtte het woord tot de man in de linnen kleding en zei: ‘Ga tussen de wielen onder de cherubs, neem daar een handvol gloeiende kolen en strooi die uit over de stad.’En terwijl ik toekeek, deed hij dat.
3. De cherubs stonden aan de zuidkant van de tempel toen de man erheen ging. En een wolk vulde de binnenste voorhof.
15-16. Dit waren dezelfde wezens die ik bij de rivier de Kebar had gezien. Wanneer zij de lucht ingingen, gingen de wielen met hen mee en bleven tijdens hun vlucht naast hen.