1 Samuël 25:9-13 Het Boek (HTB)

9. De jonge mannen gaven Davids boodschap aan Nabal door en wachtten op zijn antwoord.

10. ‘Wie is die David eigenlijk,’ wilde Nabal weten. ‘Wie denkt die zoon van Isaï wel dat hij is? Er zijn tegenwoordig heel wat knechten die bij hun meesters weglopen.

11. Moet ik soms brood, water en vlees dat ik voor mijn scheerders heb geslacht, aan kerels geven van wie ik niet weet waar zij vandaan komen?’

12. Met die boodschap keerden Davids boodschappers naar hem terug.

13. ‘Pak jullie zwaarden,’ riep David, terwijl hij zijn riem met het zwaard om zijn middel vastmaakte. Hij nam vierhonderd mannen mee en tweehonderd bleven achter om hun eigendommen te bewaken.

1 Samuël 25