Zacharia 7:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Toen Darius vier jaar koning was, op de vierde dag van de negende maand (dat is de maand Kisleu), sprak de Heer tegen Zacharia.

2. Dat was toen Sareser en Regem-Melech met zijn mannen vanuit Bet-El naar Jeruzalem waren gestuurd om offers aan de Heer te brengen.

3. Ze kwamen naar de tempel van de Heer van de hemelse legers. Daar gingen ze ook aan de priesters en de profeten vragen: "Al jarenlang treuren we in de vijfde maand en eten we niet. Moeten we daarmee doorgaan [ nu Jeruzalem weer herbouwd wordt ]?"

4. Toen zei de Heer van de hemelse legers tegen mij:

Zacharia 7