Spreuken 26:10-13 BasisBijbel (BB)

10. Iemand die dwazen en oneerlijke mensen in dienst neemt,doet zichzelf en anderen veel schade.

11. Zoals een hond zijn braaksel weer opeet,zo doet een dwaas mens steeds dezelfde domme dingen.

12. Als je iemand ziet die zichzelf erg wijs vindt,moet je onthouden dat er voor een dwaas mens méér hoop is dan voor hem.

13. Een lui mens zegt: "[ Ik kan niet naar buiten. ] Er is een roofdier op de weg!Er loopt een leeuw op straat!"

Spreuken 26