7. U stort altijd uw goedheid over hem uit.U bent dicht bij hem. Dat maakt hem vrolijk en blij.
8. Want de koning vertrouwt op U, Heer.Hij wankelt niet dankzij de goedheid en liefdevan de Allerhoogste God.
9. Uw hand zal al uw vijanden treffen.U zal al uw vijanden vernietigen.
10. Uw woede zal hen vernietigen,zoals hout in de oven wordt verbrand door het vuur.
11. U zal hun kinderen van de aardbodem wegvegen.Hun familie zal niet langer blijven bestaan.