20. Reinig ook alle kleren en alle dingen van leer, geitenhaar of hout."
21. Toen zei de priester Eleazar tegen alle mannen die meegevochten hadden: "Dit is de wet die de Heer aan Mozes heeft gegeven:
22. Alles wat tegen vuur kan, dus alles van goud, zilver, koper, ijzer, tin of lood,
23. moeten jullie door het vuur halen om het rein te maken. Daarna moeten jullie het met reinigings-water reinigen. En alles wat niet tegen vuur kan, moeten jullie met water afspoelen.
24. En jullie moeten op de zevende dag je kleren wassen, zodat jullie rein worden. Pas daarna mogen jullie weer in het tentenkamp komen."
25. De Heer zei tegen Mozes:
26. "Tel alles wat als buit is meegebracht, alle mensen en alle dieren. Doe dat samen met de priester Eleazar en de leiders van het volk.
27. Verdeel dan de buit in twee helften. De ene helft is voor de mannen die hebben gevochten. De andere helft is voor de rest van het volk.