13. In zijn familie waren 242 familiehoofden. Verder Amassai, die een zoon was van Azareël, die een zoon was van Achzai, die een zoon was van Mesillemot, die een zoon was van Immer.
14. Verder nog 128 andere priesters, allemaal dappere mannen. Ze stonden onder leiding van Zabdiël, de zoon van Gedolim.
15. De leiders van de Levieten waren: Semaja, de zoon van Hassub, die een zoon was van Azrikam, die een zoon was van Hasabja, die een zoon was van Bunni.
16. Sabbetai en Jozabad hadden de leiding over de Levieten die buiten de tempel werkten.