1. Zes dagen later nam Jezus alleen Petrus, Jakobus en Johannes (de broer van Jakobus) mee een hoge berg op.
2. En ze zagen Hem plotseling veranderen. Zijn gezicht begon te stralen als de zon en zijn kleren werden zo wit als het licht.
3. Plotseling zagen ze Mozes en Elia met Jezus spreken.
4. Petrus zei tegen Jezus: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U dat wil, zal ik hier drie tenten neerzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia."