3. Toen Hij in Betanië bij Simon aan tafel zat (Simon was door Jezus genezen van een besmettelijke huidziekte), kwam er een vrouw naar Hem toe. Ze had een kostbaar kruikje bij zich met dure parfum: echte mirre. Ze brak het kruikje open en goot de mirre over zijn hoofd uit.
4. Sommige mensen werden er boos over dat ze dat deed. Ze zeiden tegen elkaar: "Wat een verspilling!
5. Die mirre had voor meer dan 300 zilverstukken verkocht kunnen worden. Dan hadden ze het geld aan de arme mensen kunnen geven!" En ze deden boos tegen haar.
6. Maar Jezus zei: "Laat haar met rust! Waarom doen jullie boos tegen haar? Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan.