38. Geef, dan zal er ook aan jou gegeven worden: een goed gevulde, aangedrukte, geschudde, overlopende maatbeker zullen de mensen je geven. Want de maat waarmee jij andere mensen meet, daarmee zul jij ook gemeten worden."
39. En Jezus vertelde hun een aantal voorbeelden, om dingen duidelijk te maken. Hij zei: "Iemand die blind is kan toch niet een andere blinde leiden? Ze zullen samen in een kuil vallen!
40. En een leerling is niet beter dan zijn leermeester. Maar iemand die alles heeft geleerd, is net zo goed als zijn leermeester.
41. Hoe kan het dat je wel ziet dat er een splinter in het oog van een ander zit, maar zie je niet dat er in je eigen oog een hele balk zit?