14. Maar toen de wijnboeren de zoon zagen, overlegden ze met elkaar: 'Dit is de man die later de wijngaard zal erven. Laten we hem doden, dan is de wijngaard van óns.'
15. En ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu met hen doen?
16. Hij zal komen en die wijnboeren doden. Daarna zal hij de wijngaard aan andere wijnboeren geven." Toen de leiders van de priesters en de wetgeleerden dat hoorden, zeiden ze: "Dat nooit!"
17. Maar Jezus keek hen aan en zei: "Wat betekent het dan dat er in de Boeken staat: 'De steen die de bouwers niet goed genoeg vonden, is de belangrijkste bouwsteen [ van het gebouw ] geworden?