27. Iedereen die vlees eet waar het bloed nog in zit, moet worden gedood."
28. De Heer zei tegen Mozes:
29. "Zeg tegen de Israëlieten: Als iemand Mij een dank-offer komt brengen, moet hij een deel van het offer zelf aan Mij geven.
30. Hij moet zelf zijn vuur-offer offeren. Hij moet zelf het vet en het borststuk brengen. Het borststuk moet hij naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Het is een beweeg-offer.
31. Daarna moet de priester het vet op het altaar verbranden. Maar het borststuk is voor de priesters.