Jozua 22:28-32 BasisBijbel (BB)

28. Als zij dat later tegen onze families ná ons zouden zeggen, dan zullen zij antwoorden: 'Kijk, onze voorouders hebben een altaar gebouwd dat er net zo uitziet als het altaar van de Heer. Niet voor brand-offers en vlees-offers, maar als teken tussen jullie en ons [ dat wij net als jullie bij de Heer horen ].'

29. Het is helemaal niet onze bedoeling om ontrouw te zijn aan de Heer. We keren ons vandaag niet van de Heer af door een [ eigen ] altaar voor brand-offers, meel-offers en vlees-offers te bouwen. We zullen nog steeds naar het altaar van onze Heer God komen dat voor zijn tent staat!"

30. Toen de priester Pinehas en de mannen die met hem waren meegekomen dit hoorden, vonden ze het goed.

31. Pinehas, de zoon van Eleazar, antwoordde: "Nu weten we dat de Heer nog steeds met ons is. Want jullie zijn dus niet ontrouw geworden aan de Heer. We zullen dus niet door de Heer worden gestraft."

32. Toen vertrok de priester Pinehas met de leiders weer uit Gilead. Hij ging met hen terug naar de Israëlieten in Kanaän. Daar vertelden ze wat er was gebeurd.

Jozua 22