15. Alles wat van de Vader is, is van Mij. Daarom zei Ik dat Hij jullie zal vertellen over alles wat van Mij is."
16. [ Jezus zei: ] "Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien. En wéér even en jullie zullen Mij weer zien. Want Ik ga naar de Vader."
17. Een paar van zijn leerlingen zeiden tegen elkaar: "Wat bedoelt Hij daarmee: 'Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'? En met: 'Ik ga naar de Vader'?
18. En wat is dan 'even'? We begrijpen niet wat Hij bedoelt."
19. Jezus merkte dat ze Hem iets wilden vragen. Daarom zei Hij: "Hebben jullie het er met elkaar over dat Ik zei: 'Nog even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'?
20. Luister goed! Ik zeg jullie dat jullie vreselijk verdrietig zullen zijn. Maar de mensen die Mij niet geloven, zullen blij zijn. Jullie zullen verdrietig zijn, maar jullie verdriet zal veranderen in blijdschap.