12. Mijn slechte daden zouden zijn als een vuur dat mijn binnenste verbrandt.Het zou al mijn welvaart vernietigen.
13. Als ik onrechtvaardig ben geweesttegen één van mijn slaven of slavinnenwanneer ik met hen van mening verschilde,
14. wat zou ik dan moeten doen,als God het als Rechter onderzocht?Wat zou ik Hem dan moeten antwoorden?
15. Want Hij die mij maakte in de buik van mijn moeder,heeft ook mijn slaaf en slavin gemaakt.Dezelfde God maakte ons allebei.