8. De Babyloniërs staken het paleis en de huizen in brand. De muren van Jeruzalem braken ze af.
9. De aanvoerder van de lijfwacht, Nebuzaradan, nam alle mensen die in de stad waren overgebleven, gevangen mee naar Babel. Ook iedereen die naar Nebukadnezar was overgelopen.
10. Maar de allerarmste mensen, die helemaal niets hadden, liet hij in Juda achter. Hij gaf hun wijngaarden en akkers.
11. Koning Nebukadnezar had tegen Nebuzaradan gezegd