34. Petrus zei tegen hem: "Eneas, Jezus Christus geneest je. Sta op en maak zelf je bed op." Hij stond onmiddellijk op.
35. Alle bewoners van Lydda en Sarona zagen hem en geloofden in de Heer.
36. In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette. (In het Grieks is dat 'Dorkas.') Ze deed heel veel voor de arme mensen.
37. Maar ze werd ziek en stierf. De mensen wasten haar en legden haar in een bovenzaal.
38. Lydda lag dicht bij Joppe. De leerlingen in Lydda hoorden dat Petrus daar was. Ze stuurden twee mannen naar Joppe. Toen zij daar aankwamen vroegen ze Petrus om onmiddellijk met hen mee te komen.
39. Petrus ging met hen mee. Toen hij in Lydda aankwam, brachten ze hem naar de bovenzaal. Alle arme vrouwen kwamen naar hem toe. Ze lieten hem huilend de kleren zien die Dorkas voor hen had gemaakt toen ze nog leefde.