Habakuk 1:14-17 BasisBijbel (BB)

14. Waarom laat U hen de mensen vangen als vissen in de zee, als weerloze diertjes die geen meester hebben?

15. Ze vangen de volken, slaan ze aan de haak, vangen ze in hun net, slepen ze bij elkaar. Ze zijn blij en juichen over hun buit.

16. Ze brengen offers voor hun net, om het te danken dat ze zoveel hebben gevangen. Want dankzij hun netten hebben ze zoveel te eten.

17. Hoelang mogen ze hun net nog leegschudden? Hoelang mogen ze nog zonder medelijden volken doden?"

Habakuk 1